Actualités
Klantenzone

De Corporate Sustainability Reporting Directive: nieuwe rapporteringsverplichtingen inzake duurzaamheid

Gepubliceerd op : 17/07/2024 17 juillet juil. 07 2024

Op 6 juli 2024 diende België de Corporate Sustainability Reporting Directive[1] (hierna: “CSRD”), ook wel gekend als de richtlijn duurzaamheidsrapportering, normaal gezien te hebben omgezet in nationaal recht. Deze deadline werd evenwel niet gehaald. In deze blogpost wordt kort ingezoomd op het toepassingsgebied van de CSRD, evenals op de gevolgen van de laattijdige omzetting.

Doelstellingen van de CSRD

De CSRD is een aanvulling op richtlijn 2014/95/EU, ook gekend als de Non-Financial Reporting Directive (hierna: “NFRD”)[2], die aangenomen werd met het oog op de bevordering van de Green Deal door investeringen in duurzame bedrijven te stimuleren en greenwashing tegen te gaan. Met de tijd werd het echter duidelijk dat gebruikers van deze verschafte niet-financiële informatie nood hadden aan nog meer en betere informatie over de impact en de prestaties van ondernemingen op sociaal en milieuvlak.

Daarnaast bestond er ook een bijzonder breed scala aan rapporteringstandaarden uitgaande van de EU, privébedrijven, het middenveld, enzovoort.[3] Dit had tot gevolg dat het hoe langer hoe moeilijker werd voor ondernemingen om hun niet-financiële informatie te rapporteren. Als reactie hierop werd de CSRD dan ook aangenomen als aanvulling en uitbreiding van de NFRD, die zelf reeds een aanvulling vormt op richtlijn 2013/34/EU[4].

Toepassingsgebied: wie valt onder de verplichting tot duurzaamheidsrapportage?

Wat het toepassingsgebied betreft, moet gekeken worden naar artikel 1, punt 4) en 7) CSRD, die respectievelijk de artikelen 19bis en 29bis van richtlijn 2013/34/EU hebben gewijzigd.

In de eerste alinea van het nieuwe artikel 19bis wordt vermeld dat grote ondernemingen en kleine en middelgrote ondernemingen, die organisaties zijn van openbaar belang, in hun bestuursverslag[5] enerzijds informatie moeten opnemen die nodig is om inzicht te krijgen in de effecten van de onderneming op duurzaamheidskwesties en anderzijds informatie moeten vermelden die nodig is om te begrijpen hoe duurzaamheidskwesties invloed hebben op de ontwikkeling, de prestaties en de positie van de onderneming. Micro-ondernemingen worden evenwel uitgesloten van deze verplichting.

In de eerste alinea van het nieuwe artikel 29bis wordt bepaald dat ook moederondernemingen van een grote groep in hun geconsolideerde bestuursverslag aan dezelfde rapporteringsverplichting onderworpen zijn.

Daarnaast is een duurzaamheidsrapportering overeenkomstig artikel 1, punt 14) CSRD ook verplicht voor bepaalde ondernemingen die gevestigd zijn in derde landen. Meer in het bijzonder vallen volgende ondernemingen uit derde landen op grond van artikel 40bis van de richtlijn 2013/34/EU onder het toepassingsgebied van de CSRD:
 
  1. Grote dochterondernemingen en middelgrote en kleine dochterondernemingen gevestigd in een lidstaat van een moederbedrijf dat onderworpen is aan het recht van een derde land en dat in elk van de twee voorbije boekjaren in de Unie een netto-omzet van 150 miljoen euro heeft behaald;
 
  1. Wanneer een onderneming van een derde land geen dochtervennootschap, maar wel een bijkantoor heeft in een lidstaat van de EU, is dit bijkantoor ook verplicht een duurzaamheidsrapportage te verstrekken wanneer dit bijkantoor in het voorbije boekjaar een netto-omzet van 40 miljoen heeft behaald en de onderneming waarvan het deel uitmaakt in elk van de laatste twee opeenvolgende boekjaren in de Unie een netto-omzet van meer dan 150 miljoen euro heeft behaald.

Zowel de toevoeging van de kleine en middelgrote ondernemingen als van de ondernemingen uit derde landen, is een duidelijke uitbreiding van het toepassingsgebied ten opzichte van de richtlijn 2013/34/EU in samenhang gelezen met de NFRD. Daarin waren namelijk enkel grote ondernemingen en moederondernemingen van grote groepen onderworpen aan de rapporteringsverplichting.

Wat moet er gerapporteerd worden?

Omdat er te veel verschillende soorten rapporteringstandaarden bestonden, werden er in de CSRD uniforme rapporteringsstandaarden voor de duurzaamheidsrapportage gecreëerd om de werklast op de ondernemingen te verlichten. De grondslag hiervan kan teruggevonden worden in de nieuwe artikelen 29ter, 29quater en 40ter van richtlijn 2013/34/EU, ingevoegd door artikel 1, punt 8) en 14) CSRD. Deze drie artikelen vermelden dat de Europese Commissie, deze standaarden bepaalt via gedelegeerde handelingen.

Deze standaarden kunnen teruggevonden worden in de European Sustainability Reporting Standards (hierna “ESRS”). Daarin worden er 3 categorieën van standaarden gecreëerd, namelijk:
 
  1. De overkoepelende standaarden die onderverdeeld worden in algemene vereisten en algemene toelichtingen en die toepasselijk zijn op de thematisch standaarden;
 
  1. De thematische standaarden die nog onderverdeeld worden in sociale standaarden, milieustandaarden en beleidsstandaarden;
 
  1. De sectorspecifieke standaarden die zich vooral focussen op de impact, risico’s en de opportuniteiten in een specifieke sector die niet benoemd werden bij de thematische standaarden.

Bij het opstellen van de duurzaamheidsrapportage moet daarnaast nog rekening gehouden worden met het dubbele-materialiteitsperspectief, dat volgens de ESRS twee dimensies heeft. Ten eerste is er de impactmaterialiteit (ook wel de inside-out risks genoemd[6]) die vooral gericht is op de vermelding van de effecten die de activiteit van de onderneming heeft op mens en milieu. Ten tweede is er de financiële materialiteit (ook wel de outside-in risks genoemd[7]) die gericht is op het rapporteren van de wijze waarop duurzaamheidskwesties de onderneming beïnvloeden.

Omzetting van de richtlijn

De CSRD werd aangenomen op 14 december 2022 en trad in werking op 5 januari 2023. De lidstaten hadden volgens artikel 5.1. van de CSRD tot 6 juli 2024 om deze richtlijn om te zetten in nationaal recht.

Daarnaast geeft artikel 5.2. van de CSRD ook aan vanaf welk jaar ondernemingen verplicht moeten worden hun duurzaamheidsrapportage op te stellen:
 
  1. Voor beursgenoteerde ondernemingen en organisaties van openbaar belang die een gemiddelde van 500 werknemers hebben en die een balanstotaal van 20 miljoen hebben, of een netto-omzet van 40 miljoen hebben, begint de rapporteringsverplichting vanaf 2025 voor boekjaar 2024;
 
  1. Grote ondernemingen die geen beursgenoteerde ondernemingen zijn en moederondernemingen die een gemiddelde van 500 werknemers hebben en die een balanstotaal van 20 miljoen hebben, of een netto-omzet van 40 miljoen hebben, zijn hiertoe verplicht vanaf 2026 voor boekjaar 2025;
 
  1. Beursgenoteerde kleine en middelgrote ondernemingen zijn hiertoe verplicht vanaf 2027 voor boekjaar 2026;
 
  1. Ondernemingen uit derde landen zijn hiertoe verplicht vanaf 2029 voor boekjaar 2028.

België heeft echter de CSRD niet tijdig omgezet. Hierdoor riskeert ons land een inbreukprocedure die ingesteld kan worden door de Commissie of een ander EU-lidstaat op grond van de artikelen 258, 259 en 260 van het verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Daarbij zal België in eerste instantie nog de tijd krijgen om aan zijn verzuim te verhelpen. Maar moest na enige tijd de richtlijn nog steeds niet omgezet zijn in nationale regelgeving, kan een procedure voor het Hof van Justitie gestart worden.

Overeenkomstig het arrest Van Duyn t. Home Office van het Hof van Justitie kunnen richtlijnen die niet tijdig werden omgezet toch rechtstreekse werking hebben wanneer de erin opgenomen bepalingen voldoende duidelijk, onvoorwaardelijk en nauwkeurig zijn geformuleerd. Dankzij dit arrest kunnen particulieren zich dus toch beroepen op niet tijdig omgezette richtlijnen tegen de overheid.

In het kader van de rechtszekerheid valt evenwel te hopen dat België zijn omzettingsverplichtingen op korte termijn nakomt.

Voor verdere vragen inzake CSRD, staan onze experten u vanzelfsprekend graag bij.
 
 
[5] Volgens art. 19 Richtlijn 2013/34/EU is een bestuursverslag een document waar een onderneming getrouw een overzicht plaatst van de ontwikkeling en de resultaten van de bedrijfsactiviteit en van de positie van de onderneming. Daarnaast vermeldt een onderneming hierin ook de voornaamste risico’s en onzekerheden waarmee zij geconfronteerd wordt.

Auteurs

Laurens De Brucker
Advocaat-Vennoot
XIRIUS PUBLIC, Droit administratif, Droit climatique, Droit constitutionnel, Droit de l'énergie, Droit de l'environnement et de l'urbanisme, Urbanisme et aménagement du territoire
(00)
Voir l'auteur Contacter l'auteur Tous les articles de l'auteur
Agnès Piessevaux
Advocate
XIRIUS PUBLIC, Droit administratif, Droit climatique, Droit constitutionnel, Droit de l'énergie, Droit de l'environnement et de l'urbanisme, Urbanisme et aménagement du territoire
(00)
Voir l'auteur Contacter l'auteur Tous les articles de l'auteur

{ HISTORIQUE }

<< < 1 2 3 4 5 6 7 ... > >>
Niet-ondersteunde browser

De Internet Explorer-browser die u momenteel gebruikt, kan deze website niet correct weergeven.

Wij raden u aan een recentere, veilige browser te downloaden en te gebruiken, zoals Google Chrome, Microsoft Edge, Mozilla Firefox, of Safari (voor Mac) bijvoorbeeld.
OK